Diaconie binnen r.-k. Parochies: gewoon doen, ook in coronatijd

door Ellen Hogema en Jan Maassen | 2 augustus 2021 | Praktijkvoorbeelden | 0 Reacties

Home » Praktijkvoorbeelden » Diaconie binnen r.-k. Parochies: gewoon doen, ook in coronatijd

Dit artikel geeft vanuit de persoonlijke ervaring van de auteur een inzicht hoe binnen r.-k. parochies diaconale activiteiten vorm krijgen in deze tijd.

Ons leven staat in deze tijd vooral in het teken van corona en coronamaatregelen. Dus ook ons gelovig leven binnen geloofsgemeenschappen. In dat gelovig leven vraagt het diaconaal werk speciale aandacht. Mensen in situaties van bijvoorbeeld geldnood, eenzaamheid, rouw, of die de weg in Nederland niet weten, zijn nu nog moeilijker dan anders te vinden en te ondersteunen. En het vraagt van ons ook meer inzet om bestaande contacten te onderhouden.

Het effect van corona op diaconale activiteiten

De coronamaatregelen stellen ons als samenleving, en specifieker als geloofsgemeenschappen, vragen. Vragen zoals: hoe blijven we een gemeenschap? Hoe blijven we samen wanneer de sociale contacten tot het minimum beperkt worden? Als mens hebben we behoefte aan fysieke en geestelijke aandacht. We horen mensen de vraag stellen ,wat voorop moet staan: vermijden van de kans op een coronabesmetting, of vermijden van eenzaamheid. Moeten we “zo oud mogelijk worden”, voor laten gaan op een “leefbare” samenleving? We komen misschien voor de keuze te staan wiens leven belangrijker is om te redden. Hele fundamentele vragen zijn dit.

In mijn omgeving en in de media hoor ik steeds meer gevoelens van wantrouwen, complottheorieën, alertheid en onrust vanwege gebrek aan perspectief. De situatie geeft velen van ons een onveilig gevoel. Zeker wanneer je eigen persoonlijke situatie al onveilig is.

Er ontstaan nieuwe groepen mensen die kwetsbaar worden in hun bestaan. Zo zijn er veel zorgen over mensen die nu hun baan dreigen te verliezen. Ook al stijgt de werkloosheid niet op dit moment, waarschijnlijk vanwege de financiële regelingen van de overheid. Enige tijd na het opheffen van de steunmaatregelen zal pas echt duidelijk worden wat corona met de wereld gedaan heeft.

Veel parochies zijn op zoek hoe ze mensen nabij kunnen zijn in deze periode. Datzelfde zien we bij maatschappelijke organisaties. Medewerkers van wijkteams bijvoorbeeld, die met hun handen in het haar zitten omdat ze het contact met mensen kwijt zijn. Een bijkomend probleem is dat er minder vrijwilligers zijn die zich kunnen inzetten. Deze vrijwilligers zijn ouder en voelen zich kwetsbaar voor corona.

Kortom; de coronamaatregelen stellen de geloofsgemeenschappen, en daarbinnen de diaconie, voor uitdagingen.

Diaconale activiteiten tijdens coronatijd

Die uitdagingen worden ook aangegaan. Hieronder een lijst van de diaconale activiteiten die ik op het spoor ben gekomen. Ik heb veel uit mijn eigen netwerk, mijn werk en via Jan Maassen gehoord. Vervolgens ben ik gaan googelen en websites van parochies gaan bezoeken.

  • Een luisterend oor bieden door middel van telefooncirkels.
  • Online activiteiten, zoals samen eten, samen koffie drinken. Een voorbeeld is een parochie, waar samen soep gegeten wordt online.
  • Kaarten rondbrengen met bemoedigende teksten. Voedselbanken worden geholpen met pakketten, waarin ook bonnen voor een supermarkt zitten, en/of met een financiële bijdrage.
  • Cadeautjes langsbrengen, zoals knuffelbeertjes met tekst of een kaarsje. Ook zijn er verschillende parochies die pakketjes met lekkere dingen rondbrengen. Kerken zijn meer open om een kaarsje aan te steken. Maaltijden rondbrengen naar mensen die zich daarvoor opgegeven hebben.

Tijdens de eerste golf ontstonden in allerlei parochies spontane acties. Inmiddels ziet het er naar uit dat de maatregelen veel langer gaan duren. Dat betekent dat parochies nu zoeken naar hoe de diaconie structureler coronaproof vorm kan krijgen. Die zoektocht is uiteraard net begonnen. Wat zich aftekent is, dat activiteiten zoals kaartjes rondbrengen en via de telefoon contacthouden, blijvertjes zijn.

Wat mij opvalt

Mij valt op dat de parochies inzetten op “gewoon doen”. Er wordt geen grote organisatie opgezet. Parochianen en pastorale beroepskrachten praten met elkaar over wat ze kunnen doen voor mensen in deze tijd. En gaan dat dan doen.

Verder valt op dat er naar buiten toe nauwelijks publiciteit wordt gegeven aan deze “corona”-activiteiten. Op websites bijvoorbeeld zien we weinig van die initiatieven beschreven. De acties zijn meer gericht op individuele, praktische en pastorale behoeften.

Vanuit het Protestantse Landelijk Dienstencentrum is het project “#niet alleen” opgezet. De r.-k. kerk doet officieel hieraan mee. In de praktijk zijn er echter weinig parochies die meedoen. Van enkele parochies die zich wel hebben ingeschreven, hoorden we dat ze niets meer vernomen hebben. Het feit dat weinig parochies hieraan mee doen, betekent misschien dat de aanpak van

#niet alleen niet goed past bij de katholieke manier van werken. Het gaat er daarbij helemaal niet om welke aanpak het “beste” is. Het “beste” is dat mensen in nood bijgestaan worden, op welke manier dan ook. Voor mij laat het wel zien, wat ik in mijn diaconale werk vaker heb ervaren. Het lijkt dat oecumenische samenwerking op het terrein van diaconie makkelijk is. Je handelt namelijk ten behoeve van mensen in moeilijke situaties. En dan maakt het niet uit van welke denominatie je bent. In de praktijk zijn de culturele en organisatorische verschillen tussen de christelijke kerken groot genoeg om ook de samenwerking binnen diaconale activiteiten lastig te maken. Over het algemeen lijken protestantse gemeenten meer gericht op organiseren. Er wordt een structuur en organisatie opgezet om mensen nabij te zijn. Binnen de rooms-katholieke cultuur is men meer gericht op de individuele contacten. Mensen gaan bijvoorbeeld boodschappen doen en geven dan als persoon ook iets voor de voedselbank.

Ik vermoed dat hier ook een andere geloofsbeleving achter zit. Of in ieder geval een andere beleving van geloofsgemeenschap zijn, als het gaat om diaconie. Binnen de katholieke beleving is het vanuit je gelovig zijn een plicht om je in te zetten voor mensen in nood. Het katholiek sociaal denken roept katholieken op om te werken aan een “beschaving van liefde”. Die inzet doe je op de eerste plaats als individueel, gelovig persoon. De plaatselijke geloofsgemeenschap wordt op de eerste plaats ervaren als een liturgische plaats van samenkomst. Onderdeel van de katholieke cultuur is dat je ook niet laat zien wat jij als persoon voor een ander doet. Dat voelt alsof je je wilt laten voorstaan op je goede gedrag. Dit zou te maken kunnen hebben met toch wat schaamte, om als triomfalistisch gezien te worden. Na het Rijke Roomse Leven zijn we als rooms-katholieken daar waarschijnlijk huiverig voor geworden.

Ik vermoed dat deze geloofsbeleving en -cultuur ook historische redenen heeft. Diaconale inzet werd van oudsher vooral buiten de lokale geloofsgemeenschap gedaan, bijvoorbeeld door kloostergemeenschappen. Pas sinds het Tweede Vaticaans Concilie wordt er op ingezet om diaconie meer onderdeel te laten zijn van het pastorale werk in de parochie. De plaatselijke Caritas is echter altijd een zelfstandige instelling geweest, zowel vroeger als vandaag de dag.

Diaconale mogelijkheden tijdens en na coronatijd

Er komt vroeger of later een tijd na de coronamaatregelen. En dan is niet alles weer zoals vóór corona. Nieuwe problemen zullen zich voordoen. In gezinnen gebeurt er veel in deze periode. Mensen komen dichter bij elkaar, maar zeker ook verder van elkaar te staan. Jongeren hebben moeite om hun leven vorm te geven, nu het leven niet maakbaar blijkt te zijn. Het zou zomaar kunnen dat er grote maatschappelijk sociale schade zal zijn. Ik heb niet de indruk dat parochies al nadenken over wat dit voor de diaconale inzet betekent. Staan parochies klaar om mensen te helpen het leven op te pakken? Staan we klaar om de vele mensen in financiële nood te ondersteunen? Hebben we aandacht voor mensen die niet aan rouwverwerking van hun dierbare zijn toegekomen door de lockdown?

Mijn oproep zou zijn om daar nu al mee te beginnen. We hebben bijvoorbeeld ontdekt dat er met online activiteiten meer mensen bereikt worden dan alleen door fysieke ontmoetingen. Laten we daarmee doorgaan. Alle activiteiten in het lijstje hierboven beschreven, zijn de moeite waard om te blijven doen. Zo hebben de coronamaatregelen, met alle ellende ook nieuw inzicht en activiteiten gebracht.

Er zijn meer uitdagingen te noemen voor de parochies. Ik noem er nog twee die mijns inziens belangrijk zijn vanuit kerkopbouw:

De eerste uitdaging is hoe het pastoraal team, de pastoraatsgroep en anderen binnen de parochie feeling houden met de diaconaal actieve parochianen. Dit is van belang om de verbondenheid tussen mensen vorm te geven. Ik meen te zien dat er onder gelovigen een idee heerst dat in de parochie toch niets maatschappelijks gebeurt. Dat roept de vraag op: waarom zou ik dan bij die gemeenschap willen horen? Van elkaar weten wat je doet voor anderen, kan saamhorigheid geven. Het kan daarmee ook anderen in de parochie weer stimuleren om actief te worden. Bovendien hebben die diaconaal actieve parochianen misschien wel meer ondersteuning en aandacht nodig dan ze zelf denken.

De tweede uitdaging die ik zie is praten over je geloofsbeleving. Het is niet iets dat in het DNA van een katholiek zit, om met anderen te praten over je geloofsbeleving. Laat staan je daarin te ontwikkelen. Ik chargeer nu erg, maar je gaat wel of niet op zondag naar de kerk, en daarnaast doe je eventueel vrijwilligerswerk. Bij de jongere generatie (onder de 40 jaar) zie ik wel die behoefte om te praten over wat jou bezighoudt in het leven. Over wat de “grond onder je voeten” is, waarop je jouw levenskeuzes maakt. Nu in coronatijd tijdens het wandelen, hoor ik andere wandelende mensen diepgaande gesprekken hebben over waar ze tegen aan lopen in het leven. De uitdaging voor parochies is uit te zoeken hoe ze bij deze trend aan kunnen sluiten.

Kortom, coronamaatregelen geven heel wat uitdagingen aan de parochie, en natuurlijk aan andere geloofsgemeenschappen. Hopelijk zet ons gelovig vertrouwen in elkaar en in de toekomst aan tot ingaan op die uitdagingen.

Met dank aan Jan Maassen, medewerker diaconie, missiesecretaris van het bisdom Rotterdam en hoofd van de afdeling pastorale dienstverlening, voor het gesprek over de inhoud van dit artikel.

Ellen Hogema

Drs. Ellen Hogema is docent Praktische Theologie aan de Fontys Hogeschool Theologie en Levensbeschouwing en coördinator van Stichting de Kim, Instelling voor R.K. Maatschappelijk Activeringswerk.

Jan Maassen

Jan Maassen is medewerker diaconie, missiesecretaris van het bisdom Rotterdam en hoofd van de afdeling pastorale dienstverlening.

Gerelateerde artikelen

Samenspel: kansrijk veranderen in de kerk

Samenspel: kansrijk veranderen in de kerk

Opzet en aanpak Uitgangspunt voor Bert Bakker is dat er wat te kiezen valt als het gaat om de aanpak van veranderingen. Zijn leermeester Jan Hendriks hield hem dat al voor en zonder enige twijfel kiest Bert Bakker voor de gezamenlijke trektocht en niet voor de...

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *