Crisis
Het kan niet anders. Een crisis zet de hele boel op z’n kop. Hopen dat het zo snel mogelijk achter de rug is en dan weer ‘vrolijk’ verdergaan? Echt, beter van niet! Wie weet kan een oud verhaal helpen om er geloviger en wijzer uit te komen en elkaar er doorheen te helpen.
Het woord ‘crisis’ moet het afgelopen jaar ongelofelijk veel gebruikt zijn. Merkwaardig genoeg weten we niet eens zo precies wat het betekent. Het moet te maken hebben met een (oud Grieks) werkwoord dat zoiets als; schiften, scheiden, richten, oordelen betekende. We gebruiken het woord veelvuldig, maar of we behalve het idee van noodsituatie er ook nog zoiets bij denken in termen van die oorspronkelijk achtergrond? Zoiets als oordeel, moment om te oordelen, uur van de waarheid. Maar dat worden al gauw beladen woorden. Oordeel?
Waarover, van wie? Van God? Waarheid? Welke waarheid, van wie? Uur van de waarheid? Hoezo? Toch zeker zo snel mogelijk terug naar normaal, zoals het was? Nee, natuurlijk niet. Niet het oude normaal, maar een nieuw normaal. Wat dan? Uur van de waarheid! Welke waarheid? Nou, dat regeringsleiders deze crisis willen aangrijpen om een wereldregering te vormen. We moeten goed weten dat de macht over de hele wereld uiteindelijk bij
één persoon terecht zal komen: de antichrist. Dit zijn de voorbereidingen. Is dat waarheid? Welke waarheid? Dat vaccinatie een merkteken van het beest is (Openb. 13). Welnee joh, dat is de voorzienigheid. God heeft ons het leven toevertrouwd en de middelen om het te beveiligen. Welke waarheid? Viruswaarheid? Viruswaanzin! Dat het misbruik van de naam van God is, als we zeggen dat Hij er iets (oordeel?) mee te maken heeft.
Heeft de Allerhoogste er niks mee te maken dan? Wat is Hij er voor een als Hij er niks mee te maken heeft?
Zondvloed
Ik ben eigenlijk vanaf het begin van de crisis het verhaal van de zondvloed, over Noach en de ark gaan lezen. Sterker nog, ik heb het eigenlijk pas met de crisis ontdekt. Ik kende het wel, daar gaat het niet om. Kinderbijbels met prachtige tekeningen van heupwiegende dieren die zij aan zij vrolijk het plankier oplopen de ark in. Marius van Dongen maakte er een prachtig schilderij van, dat weer in een puzzel van 1000 stukjes op tafel gelegd kan worden. Een puzzel, dat is een crisis in ieder geval ook. Ik ontdekte dat de Schepper van hemel en aarde het alleroudste patent heeft op de totale lock-down als redmiddel. Althans, dat verbaasde en verwonderde me toen ik Gen.7:16 las. Daar staat met zoveel woorden dat de Heer de deur zelf achter hem (Noach) sloot. Ik werd overigens op het spoor gezet door rabbi Nathan Lopez Cardozo (Jerusalem) die op 19 maart 2020 reflecteerde op de woorden uit Jes. 26:20. Ook in die woorden wordt opgeroepen tot een lock-down. En om het dan meteen compleet te maken; in Exodus 12 staat nog een lock-down, een korte weliswaar, maar toch. Ik zal hier niet het hele bericht van Cardozo herhalen maar een enkel dingetje. Hij noemt de woorden van Jesaja een wake-up call, en daarom een zegen. Ja, dat is een crisis ook: een wake-up call. Ik ben vanwege wat ik ontdekte dus gaan geloven dat de intelligente, de halve of de strenge lock-down niet een pestmiddel is, maar een redmiddel. En om dat laatste ben ik vooral, probeer ik vooral, dankbaar te zijn in plaats van chagrijnig, rellerig. Ik geef toe: ik heb geen COVID-19 gehad, ben 1x negatief getest, heb niemand aan COVID-19 verloren, heb waarschijnlijk dus makkelijk praten, al vind ik die lock-down meer dan vervelend. Trouwens, Calvijn schreef al dat het een wonder is, dat Noach niet gestikt is in die stinkende beestenboel (mijn woorden). En dat schrijft hij bij het vers, Gen.8:1, dat het kernstuk, het keerpunt, het hoogtepunt op het diepste punt in de hele geschiedenis is. Als er niets of niemand meer is, die nog aan Noach zou kunnen denken, dan is het God die aan Noach en de dieren denkt. Dat is een even aangrijpend als ontroerend idee. Want we herinneren ons de verhalen uit de intelligente lock-down van mensen die in alle eenzaamheid op een IC of waar ook stierven. Zonder hun geliefden alleen met de gedachte, als ze die al hadden; ze denken aan me. Je zou hopen, wensen, bidden om de gedachte: al denkt er niemand meer aan me, dan toch nog God. Intuïtief, wanhopig, onbewust. Ik heb geen flauw idee of Noach op dat moment ook gedacht heeft: God denkt aan ons.
Ik probeer dankbaar te zijn. Dankbaarheid heeft grote voordelen, weten we uit onderzoek. Om kort te gaan; dankbaarheid vermeerdert zichzelf, dankbaarheid redt van negativisme, dankbaarheid maakt socialer, maakt mensen eerder pronoïde dan paranoïde. Ik maak het niet mooier dan het is. Maar de maatschappelijke tegenstellingen en onrust zouden wel eens bepaald kunnen zijn door de perceptie van de lock-down als pestmiddel tegenover redmiddel. En dat maakt dus meteen het verschil tussen hoe sociaal we, ik bedoel met het oog op de ander, omgaan met de regels. Natuurlijk, het is en het blijft allemaal ontzettend vervelend en kost een enorme hoop leed. Leed dat met geen miljarden, hoe nodig ook, te compenseren valt.
Op de dingen vooruit lopen
Inmiddels ben ik met mijn preekjes uit Gen. 6-9 aangeland bij 8:20. Noach en zijn acht zielen kunnen met alle dieren de ark weer verlaten, zegt God. Dat zal hen als muziek, als evangelie in de oren hebben geklonken. Ze zullen een vreugdedansje gemaakt hebben; denk aan de koeien in het voorjaar die dansend en springend weer de wei ingaan. Maar in vers 20 staat iets bijzonders, nooit eerder vertoond. Noach bouwt een altaar en brengt een offer. Zo dankbaar is hij wel, dat hij in staat is een nieuw normaal tussen God en mensen te starten. Niet alleen de hoorders van het preekje, maar ook de lezers van deze regels zullen denken: mooie boel, hebben wij wat aan, wij zitten er nog middenin, niks uit de lock-down. Dat is toch zeker op de dingen vooruit lopen. Wat hebben we daaraan? Dan reageer ik verbaasd: hoezo, wat hebben we daar aan? Dat is toch zeker de kracht van geloven! In geloven lopen we toch zeker altijd op de dingen vooruit. Vanwege wat gedaan is, lopen we in het heden vooruit op de dingen die gedaan zullen worden. Wat gedaan is, grijpt vooruit op wat komt en grijpt niet terug op wat geweest is. Anders gezegd: terug naar het oude normaal is het ergste wat ons kan overkomen. Dan hebben we niets geleerd. Terug naar het oude normaal is net zoiets als vanuit de woestijn terug willen naar Egypte. Is
als blijven hangen aan de oude mens. Ik weet niet beter of in geloven is het altijd zo dat ik vooral niet de oude moet willen blijven. Trouwens dat is niet eens zo typisch christelijk. De toekomstverwachting (eschatologie) is misschien niet alleen, maar in ieder geval zeker ook altijd weer op de dingen vooruit lopen. Nog anders gezegd: dat op de dingen vooruit lopen, stuwt de zincrisis die de pandemie teweegbrengt naar een uitweg.
Wat leren we ervan?
Het is maar de vraag of er iets te leren valt. De crisis is immers zinloos, dient geen enkel doel. Het gaat erom dat het zo snel mogelijk voorbij is; meer niet. Tja, dat kan ik maar moeilijk meemaken. Dus toch de vraag: wat leren we ervan?
We leren dat verhalen of geschiedenissen (wat u wilt) uit de Bijbel lezen en opnieuw vertellen, herontdekken, kan helpen. Die verhalen doen er kennelijk toe, hebben blijkbaar een onuitputtelijke kracht. Gelovigen hebben ook wel een idee over de herkomst daarvan. Maar mijn punt is; wij kunnen vermoedelijk (of vrijwel zeker) niet zonder die verhalen. We zijn in de vorige eeuw wel gaan denken en redeneren dat we zonder grote verhalen kunnen. Maar zonder blijkt toch wel heel erg lastig En we hebben in de crisis geleerd, dat het politieke verhaal, of het medische verhaal, of het economische verhaal niet voldoende is. Vandaar dat er steeds kritisch gezegd werd: wanneer komt de overheid nou eens met een goed verhaal? Alsof de overheid dat zou hebben. Nee, dus. Deze gedachte sluit dan ook aan bij een meer wetenschappelijke opvatting over hoe mensen zijn en hoe die zich ontwikkeld hebben: met verhalen. Verhalen kunnen overal vandaan komen. Ik herinner me dat al heel snel aan het begin van de crisis, in praatprogramma’s op tv, De Pest van Camus (1947), in 2020 opnieuw uitgegeven, genoemd werd.
En wat helpen die verhalen dan? Die verhalen hebben het vermogen ons door de zincrisis te helpen. Kijk, een ramp in het klein of in het groot, zet de boel op z’n kop, haalt een streep door de rekening; crisis dus. Dat geeft ongemak, stress, tot psychische klachten aan toe. We gaan op zoek naar antwoorden. Dat kost tijd en energie, slapeloze nachten, Je denkt dat je het hebt en je vergist je. Want het past niet in wat je dacht en je bedenkt je ineens dat wat je dacht niet langer passend is. Daar wordt het ook niet makkelijker van. En dan heeft iemand, zomaar, onverwacht, of je wist het eigenlijk al lang, een verhaal om te begrijpen, om te oriënteren, om te duiden, om een nieuwe samenhang te ontdekken. Ik schijf het hier in een paar zinnen op, waardoor het nogal eenvoudig lijkt. Maar er is een enorme hoeveelheid onderzoek waarop we ons kunnen baseren, dat het zo ongeveer kan gaan. Een crisis is zelden alleen maar een politieke of een economisch of een maatschappelijke crisis. Er is vrijwel altijd dichtbij of verder weg een zincrisis. Of het daar dan ook altijd over gaat, is wat anders. Maar in de huidige crisis is het onontkoombaar. Dan vallen ons verhalen te binnen. Gaat dat zomaar? Ja en nee. Nee, omdat het nu eenmaal vanuit een ongemakkelijk gevoel is, je bent iets kwijt. Dat kost altijd iets. En aan de andere kant, ja, zomaar want het kan je aangereikt worden. Je hoeft het niet allemaal zelf te bedenken of uit te vinden, maar zonder enige openheid of ontvankelijkheid ervoor is het ook weer lastig. Een plek waar verhalen worden aangeboden, kan dan wel een uitkomst zijn. De kerk biedt zonder twijfel zo’n plek. En elke vorm van kring dient om verhalen te delen en te verbinden.
Hoe dan verder? Het hervinden van zin verbindt ons, net zoals dankbaarheid voor hervonden zin ons verbindt. Is hervonden zin terug naar hoe het was? Dat denk ik, hoop ik, niet. Zoals gezegd, we kunnen verder gaan onder het motto ‘op de dingen vooruit lopen’. De crisis heeft ons natuurlijk overvallen. Maar nu we erin verzeild zijn geraakt, hebben we middelen ontdekt, bedacht en vorm gegeven, die onze mogelijkheden om elkaar te bereiken en verbinding te maken in ieder geval hebben uitgebreid. En heeft dat misschien ook onze wijze van geloven beïnvloed? Het zal voor menigeen wellicht nog te vroeg of te snel zijn om nu al te zeggen dat onze mogelijkheden verrijkt zijn. Maar het zou denk ik, een ramp zijn als we er onmiddellijk weer mee ophouden, als het niet meer nodig zou zijn. Eigenlijk denk ik dat het zelfs onmogelijk is. Daarvoor trekt de crisis te diepe sporen in onze samenleving. Maar het zou ook tegen geloven indruisen. Dankbaar verbinden is het trefwoord, en daar liepen we al langere tijd op stuk. Verbonden zijn past heel zeker in het ‘op de dingen vooruit lopen’ van het komende koninkrijk van God!

Piet Verhagen
Piet Verhagen is als psychiater werkzaam bij GGz Centraal en is proponent (bevoegd voorganger) in de Protestantse Kerk in Nederland.
0 reacties