In de zomer van 2019 bezocht ons redactielid Lydia Roosendaal de Celtic Summer School in Durham, georganiseerd door de Aidan & Hilda Community op Lindisfarne. Voor het WKO-bulletin staat ze stil bij een van de tien ‘waymarks’ , de wegwijzer ‘zorg voor de schepping’.
Vroeg-Keltisch christendom en Lindisfarne
Het vroeg-Keltische christendom ontstond rond kloosters. Een netwerk van kloosterlijke kerken werden centra van kerkelijk leven. Dit in tegenstelling tot de huidige manier van kerk-zijn, waarbij het kerkelijk leven georganiseerd is in territoriale parochies, afgebakende gebieden. Een van die centra van kerkelijk leven kreeg vorm op het eiland Lindisfarne (of Holy Island) toen Aidan, een Ierse monnik afkomstig uit het klooster van Iona, daar in 635 het eerste klooster stichtte. Hilda komt van het klooster uit Whitby. Zij is een bekeerlinge en soul friend voor Aidan. Zij volgt Aidan op. Voor beiden was het een ‘peregrinatio’, het gaan van een weg en niet weten waar uit te komen. Dit in tegenstelling tot een pelgrimage waarna je altijd weer terugkeert naar huis.
Lindisfarne is een afgelegen plaats, een plaats waar de wind en het water (eb en vloed, betekent al dan niet toegang hebben tot het eiland) het leven bepalen. De afgelegen plek wordt een opstandingsplek. Het eiland is bekend geworden van de Lindisfarne Gospels De Aidan & Hilda community, opgericht rond 1990 door Ray Simson, is een eigentijdse oecumenische Keltisch-christelijke gemeenschap, waarvan de leden verspreid wonen over de wereld en met elkaar verbonden zijn in regionale groepen. Vanaf 2000 hebben zij de beschikking over een retraitehuis op het getijdeneiland Lindisfarne. De Community van Aidan & Hilda maakt deel uit van de New monastic movement, een pionierende monastieke beweging van de laatste 25 jaar, die haar inspiratie vindt in het kloosterleven. Mensen raken geïnspireerd door dit contemplatieve leven en geven daar op verschillende manieren uiting aan. De Aidan & Hilda Community laat zich inspireren door het leven van de twee Keltische heiligen Aidan en Hilda.
Ray Simson kent vanuit de Keltisch-christelijke beleving twee boeken: De Bijbel en het boek van de natuur. De liefde van God stroomt als een rivier door je heen en God is te ervaren in heel zijn schepping, waar mensen onderdeel van uitmaken. De holistische visie van de gemeenschap stelt dat God – mens – schepping met elkaar verbonden zijn. Doel is het herstellen van een christelijke spiritualiteit die het mensen mogelijk maakt zich dieper te verbinden met God en God te verbinden met de heelheid van het leven, heelwording van mensen, gemeenschappen en schepping.
Aan de basis van de gemeenschap liggen drie levengevende principes: eenvoud, puurheid en gehoorzaamheid. Daarnaast kent de gemeenschap tien ‘waymarks’ (richtinggevende principes, zie kader) voor een ‘way of life’, leven met God, met elkaar en de schepping. Ieder lid van de gemeenschap is anders, iedere context is anders. Daarom werkt ieder lid op zijn eigen manier voor zichzelf de toepassing van de wegwijzers in zijn of haar eigen leven en context uit (doen van Gods wil). Leden gaan de weg niet alleen, ze worden gedragen door een netwerk-community in vriendschap. Het is gebruikelijk dat ieder lid een soul friend heeft die als geestelijk begeleider optreedt. Samen met de soul friend verkent en ontdekt het lid waar hij zich bevindt op de reis met God. Vanuit de gemeenschap zijn er ook mensen waarmee contact wordt gehouden en komen de leden samen (in regiogroepen). Ook zijn er jaarlijkse ontmoetingen. De gemeenschap is een netwerk van mensen. Zij groeien in gemeenschap aan elkaar aan de hand van de tien wegwijzers. Het behoren bij de gemeenschap kent verschillende stadia: vriend – verkenner – reiziger – reiziger voor lange tijd.
De zorg voor de schepping – Godsbeeld
Een van de wegwijzers is de zorg voor de schepping. De Keltische spiritualiteit heeft de respectvolle houding ten opzichte van de natuur van de vroege natuurgodsdiensten geïntegreerd in haar eigen spiritualiteit. Dat begint bij het besef dat de schepping een sacrament is. Het reflecteert de glorie van God. Het Keltisch christendom ervaart de aanwezigheid van God in alles: in onszelf en de natuur om ons heen, God spreekt door bomen (Jeremia), bergen jubelen, in elk aspect van ons dagelijks leven. Je bent je daar ook bewust van en zo kan het zijn dat bij iedere uier bij het melken van de koe een heilige wordt aangeroepen. God schept het leven uit liefde, de schepping is Gods hartslag – aldus Ray Simson.
Het lied ‘wonderwereld vol geheimen’ (Iona liedbundel nr. 7) zingt er van
Wonderwereld, vol geheimen,
schepping van God,
al wat ons verbaast, verbijstert,
leeft van uw zorg:
vormen, kleuren, klank te over,
tastbaar weefsel, veelbelovend,
alles wat ons hart verovert,
schepping van God.
God is niet de klokkenmaker, maar de creatieve en nog steeds aanwezige God in zijn schepping. Het boek van de Bijbel en het boek van de Schepping zijn complementair.
Want vanaf de schepping der wereld
wordt al wat onzichtbaar is van hem
aan zijn daden opgemerkt en gezien:
én zijn altijddurende kracht
én zijn goddelijkheid,
zodat zij niet te verontschuldigen zijn.
(Romeinen 1: 20)
We zoeken de ontmoeting met God door de natuur, want God spreekt ook door de natuur tot ons (bijvoorbeeld tot Mozes via de braamstruik) en de grond waarop Mozes staat is geheiligde grond. De schepping is betrokken op ons mensen. Als voorbeeld noemt Ray Simson de kruisiging van Jezus aan een boom, de zonsverduistering en de aardbeving. Een oud-Engels gedicht spreekt over de huilende schepping. De monnik Columba van Iona zei: ‘als wij de aarde vertrappen, vertrapt de aarde ons’. We spreken dan ook over een bezielde werkelijkheid, waarin God-mens-schepping met elkaar verbonden zijn.
De zorg voor de schepping – mensbeeld
De zorg voor de schepping begint bij het besef dat we kosmische bewoners zijn van het heelal en gaat dus verder dan het profiteren van wat de aarde ons brengt. Het put de aarde uit, we leven ten koste van anderen. Onze footprint vraagt veel meer van de aarde dan ze kan dragen. Onze verantwoordelijkheid voor het voortbestaan van de aarde als Gods schepping brengt ons bij vraag ‘wat kan ik doen om de schepping te herstel-len?’ De blik richt zich op ‘wat kan jij in jouw context doen?’ ‘Waymark’ 6 spreekt van die zorg voor de aarde. Ieder kan wat doen: de een neemt zijn eigen boodschappentas mee, de ander spaart water, de volgende vliegt niet meer of minder. De een legt een mooie tuin aan, de ander koopt alleen lokaal verbouwde producten, de volgende zet de verwarming een graad lager. De zorg voor de schepping kan ook verbonden worden met andere ‘waymarks’:
Waymark 1 – levenslang leren
Door het lezen van heiligenlevens, bijvoorbeeld van Sint Franciscus, of door het leren kennen van de namen van bloemen en weten waar ze groeien, wordt de liefde voor de schepping verdiept.
Waymark 2 – spirituele reis
Door te pelgrimeren betreed je letterlijk nieuwe grond, vergezichten worden geopend, ervaar je de schoonheid van Gods schepping en komt er zo maar een lied in je op, raken aarde en hemel elkaar op ‘thin places’ waar je de aanwezigheid van God voelt.
Waymark 3 – een ritme van gebed, werk en recreatie
Re-creatie: Het jezelf toestaan om niets te doen, stoppen met werken, op tijd naar bed te gaan.
Waymark 5 – simpele en duurzame levensstijl
Wat kun je beschikbaar stellen, kun je delen van wat je hebt (goederen, talenten, ruimte), krijgen spullen een tweede kans (2e hands), repareer je kapotte spullen, ga je zorgzaam om met spullen, maar ook met mensen en dieren?
Het bijzondere verhaal van Greg Valerio: re-location, re-imagination, re-novation
Een van de lezingen wordt gehouden door Greg Valerio. Hij kondigt zichzelf aan als agrariër, houder van schapen en bijen en werkt aan een monastieke gemeenschap in Chanctonbury (West Sussex). Greg Valerio gelooft in de kracht van verhalen vertellen (‘why’ gaat voor op ‘how’ en ‘what’). Hij stelt zich de vraag: Hoe positioneren we onszelf in de schepping?
Waar is jouw locatie, waar leef jij? Jouw locatie zegt alles over de relatie die je met God hebt. Met achterlating van alles, komen Ierse monniken aan op eilanden – wat zegt dat? Het zijn vaak plaatsen waar de aanwezigheid van God wordt gevoeld, maar die tegelijkertijd verlaten zijn en woest vanwege natuurelementen. Deze verhalen worden doorverteld tot op de dag van vandaag en haken bij Greg Valerio. Zo’n bekend verhaal is de uittocht uit Egypte, waar het volk op een nieuwe plaats (er is geen terugkeer mogelijk) zijn locatie vindt. Re-location. Waar heeft God ons gesteld? Dat is de plaats waar we aan toe behoren (naast de vragen: aan wie of wat behoren wij toe?). Waar zijn we geroepen, waarom hier? Wij zijn de voeten van God op aarde.
Voor Greg Valerio betekent dit dat hij een eeuwenoude vervallen boerderij vindt. In zijn verbeelding ziet hij wat mogelijk is en wat er zou kunnen gebeuren als hij hier zou gaan wonen, werken en bidden. Hij investeert het beetje voor beetje in het opknappen van de boerderij. Gewoon beginnen en zien wat zich voordoet, geen businessplan. De ‘waymarks’ zijn voor hem wel richtinggevend. Allereerst een ruimte om te slapen, te werken en te bidden. Zijn levensstijl is simpel en duurzaam. Hij zoekt doelbewust verbinding met dorpsgenoten. Hij huurt de boerderij in plaats van eigenaar te willen zijn (geen bezit en zo is hij één met de niet-bemiddelde mensen van het dorp). Hij restaureert met duurzame materialen. De restauratie van de oude balken wordt gedaan met jongens van het dorp onder begeleiding van iemand van monumentenzorg. Hij leidt hen daarin meteen op waardoor de kennis lokaal wordt bewaard. De boerderij is van en voor het dorp, maximaal profijt voor de mensen op het dorp. Alleen op de plaatselijke markt verkoopt Greg Valerio zijn opbrengsten. Hij wil in zijn eigen onderhoud voorzien, geen maximale winst uit het bedrijf halen, maar duurzaam leven. Als houder van schapen staat hem het samenleven van mens en dier voor ogen. In ruil voor het bewaren van het specifieke en unieke ras schapen en het zorgen voor de schapen, zal de kudde de mens onderhouden, voeden, warm houden met wat de schapen te geven hebben. De schapen geven op hun manier kleur aan het gezamenlijk leven van mens en dier. Onze relatie met de schapen zullen ons veel vertellen over onszelf en onze Schepper. Op deze manier bouwt Greg Valerio aan de gemeenschap van mens en dier.
Tot slot
Mooi vind ik het beeld van het ‘zaaibed’ of zaailingsbed, het lokale bodemmilieu waarin zaden worden geplant. De bedding ligt er al in de schepping. Zaaien is betekenisvol werk. Je zaait, maar weet niet wat er van komt en toch ontslaat het je niet van zaaien. Het is een levenshouding die weg gaat van de frustratie en moedeloosheid en oog heeft voor de tekenen van hoop, van een nieuw begin. Zelf niet de oplossing zijn, maar hoop belichamen, potentie zien en de verantwoordelijkheid nemen om deze potentie waar te zien worden. Zo krijgt de ‘way of life’ betekenis als leven op de plaats waar je gesteld bent in harmonie met God, anderen en Gods schepping.
Lydia Roosendaal
Lydia Roosendaal is (waarderend) opbouwwerker en gemeentebegeleider bij Lydia Roosendaal Kerkadvies en Gemeentebegeleiding. Tevens is zij redactielid van het WKO-bulletin.
0 reacties