Groene theologie, theologisch boek van 2019, stelt dat het westerse christendom de mens te centraal gesteld heeft en daarmee bijgedragen heeft aan de ecologische crisis. Het onderzoekt het wereldbeeld van de Bijbel, geeft een impressie van de discussie in het Nederlands taalgebied (katholiek en protestant) en vindt nieuwe inspiratie bij enkele ecofeministische theologen. Het wordt gelezen en besproken in veel verschillende kerken en stimuleert allerlei groene – vaak missionaire en oecumenische – activiteiten.
Voorjaar 2019 publiceerde ik het boek Groene theologie (Skandalon 2019). Het wordt in uiteenlopende hoeken van de kerken heel positief ontvangen. Een recensent schreef: “Dit is het boek waarop iedereen in en rond de kerken die ‘groen’ denkt, heeft gewacht.”1 De jury die het koos tot beste theologische boek schreef in haar rapport: “Het boek markeert wat voor velen momenteel begint te dagen: dat ecologie ook echt iets met theologie te maken heeft. […] Dat doet ze op een manier die laat zien dat theologie ertoe doet in het publieke debat. Groene theologie laat zien: theologie heeft met alles te maken en niet alleen met ethiek.”2
Ik hoor vaak dat ik er goed in geslaagd ben wetenschappelijke ontwikkelingen en discussies weer te geven in toegankelijke taal. Het boek komt blijkbaar op het goede moment, er is behoefte aan. Predikanten laten weten dat ze het boek in hun gemeente gaan lezen, katholieke diakens wijden er hun jaarlijkse bezinningsdag aan en ik word gevraagd voor meer artikelen, lezingen en studiedagen dan ik aan kan. Er is duidelijk behoefte aan meer dan richtlijnen voor duurzaam beheer van gebouwen en andere praktisch maatregelen. Tot voor kort was duurzaamheid vooral een zaak van kerkrentmeesters en diakenen. Het was geen thema in de eredienst en in catechese en vorming en toerusting. Dat is nu aan het veranderen.
De ecologische crisis als levensbeschouwelijke crisis
Het boek Groene theologie begint met de vraag naar de samenhang tussen theologie en ecologie. De ecologische crisis – klimaatverandering, vervuiling, uitsterven van soorten – is zodanig dat je er ook als christen niet omheen kunt. De CO2-uitstoot blijft stijgen, ondanks het akkoord van Parijs, het Wereld Natuur Fonds rapporteert een gemiddelde afname van de grootte van de populaties van soorten van 60% tussen 1970 en 2014, de hoeveelheid plastic- en ander afval blijft groeien. Er komen steeds meer mensen en per persoon consumeren we steeds meer en steeds minder duurzaam, waardoor de aarde steeds zwaarder belast wordt. De mensen die het meest vervuilen dragen niet de grootste gevolgen. De gevolgen drukken het zwaarst op de armen in de wereld en op de niet-menselijke natuur.
De ecologische crisis is ook een levensbeschouwelijke crisis. Dat we hierin terecht gekomen zijn heeft met onze manier van denken te maken en met hoe we tegen de wereld aankijken, dus met waar we in geloven. Vanaf de renaissance is in de westerse wereld de mens steeds meer centraal komen te staan (antropocentrisme). De natuur werd materiaal, de aarde werd gereduceerd tot hulpbron. Het besef van verbondenheid met en afhankelijkheid van de aarde als ecosysteem verdween. De kerken gingen mee in deze ontwikkeling. We zijn veel gaan verwachten van techniek en van economische groei (het ‘technocratisch-economisch paradigma’3). Het gangbare economische model is gericht op groei van productie en consumptie. De belasting van de aarde en de verdeling van geld en bezit zijn er niet in meegenomen. Het huidige wereldbeeld is verweven met de christelijke traditie en het westerse christendom is in zekere zin medeschuldig aan de ecologische crisis. De eenzijdigheid van de moderne theologie is de eenzijdigheid van onze cultuur. Volharden in een blind geloof in techniek en in economisch groei zal ons niet verder helpen. De aarde is namelijk niet een verzameling hulpbronnen voor menselijk gebruik, maar het is plaats waar we leven samen met dieren en planten en niet-levende natuur. We zijn deel van de aarde.
Geen rentmeester of kroon van de schepping
Veel christenen gebruiken het woord rentmeester om te wijzen op de verantwoordelijkheid van mensen voor de aarde. Dat is niet zo’n gelukkige term. Het risico van een begrip als rentmeesterschap is dat het het moderne wereldbeeld bevestigt. Het spreekt weliswaar mensen aan op een verantwoordelijkheid, maar blijft in het frame van de aarde als gebruiksvoorwerp en handelswaar die door goed beheer zoveel mogelijk op moet leveren. Het komt ook zo niet in de Bijbel voor, zoals veel mensen denken. In de Bijbel is rentmeester enkel een economische functie. Rentmeesters beheren namens een opdrachtgever een bezit. Ze staan aan de kant van de eigenaar en zijn zelf geen onderdeel van wat ze beheren. Rentmeesterschap impliceert dat wij de aarde beheren in naam van God. Rentmeester als metafoor schept dus grote afstand tussen mensen en wereld. Die afstand is juist een van de oorzaken van de huidige milieuproblemen. Het Bijbelse beeld is totaal anders dan het moderne. De mens is niet de kroon op de schepping in Genesis 1. Het begint en eindigt met God. En als God ziet dat het heel goed is, gaat het over het geheel van hemel en aarde en water en al die soorten planten en dieren. Daarbij hoort ook de mens, geschapen op dezelfde dag als de landdieren. De hele biodiversiteit is zeer goed. En de rustdag is de kroon op de schepping.
Het Bijbelse beeld: lofzang en wijsheid
Steeds weer gaat het in de Bijbel over God als de God van hemel en aarde. Dat betekent: van de hele kosmos. Ons dualisme van de hemel tegenover de aarde, God tegenover de natuur, is pas ontstaan in de moderne tijd. Het is deze God van al wat bestaat die een verbond sluit met Noach en zijn nakomelingen, maar óók met de dieren én met de hele aarde, staat er herhaaldelijk (Genesis 9:8-17). En toch worden de dieren in de uitleg vaak over het hoofd gezien. Alsof ze alleen leuk zijn voor kinderen en voor volwassenen niet meer van belang. Vele psalmen bezingen hoe de hele schepping God looft. Allerlei schepselen worden als subject voorgesteld. ‘Laat bruisen de zee en alles wat daar leeft, laat juichen de wereld met haar bewoners. Laat de rivieren in de handen klappen en samen met de bergen jubelen.’ (Ps. 98: 7,8) Mensen mogen meedoen in die lofzang.
Dan is nog een andere rol, namelijk die van leerling. In veel scheppingsteksten komt Vrouwe Wijsheid voor, zoals in Spreuken 8 en in Job. Zij is de wijsheid van God die eerstgeborene is van de schepping of al voor de schepping aanwezig. Gods wijsheid is aanwezig in de schepping en wordt soms voorgesteld als middelaar tussen God en wereld. Vrouwe Wijsheid roept de mensen op bij haar in de leer te gaan en wijs te worden. In het Nieuwe Testament zijn bestaande teksten over de wijsheid op Jezus toegepast. Jezus als de wijsheid van God die ons oproept zijn leerlingen te worden. Jezus als de eerstgeborene van de schepping (Kolossen-zen 1:15-20). Die link tussen Jezus en Vrouwe Wijsheid wordt in preken niet vaak gelegd, terwijl exegeten er wel van overtuigd zijn. Het beeld blijft van een mannelijke God die van buitenaf spreekt tegen de aarde die onder controle gebracht moet worden. Dat is meer het beeld van de moderne mens op God geprojecteerd dan het Bijbelse beeld van God die met de schepping verbonden is en als Geest of Wijsheid ook vrouwelijk trekken heeft.
God kennen uit de schepping
Dat je God kunt kennen uit de schepping was in de middeleeuwen nog vanzelfsprekend en ook nog in de tijd van de reformatie. In de Nederlandse geloofsbelijdenis, een van de formulieren van eenheid die met name in de meer orthodoxe hoek van de protestantse kerken een belangrijke rol spelen, staat dat je God kunt kennen uit twee bronnen: uit de wereld en uit de Bijbel.4 Calvijn schreef over Gods aanwezigheid in de hele werkelijkheid: “Alles wat geschapen werd, van het hemelgewelf tot de aarde, kon immers van zijn heerlijkheid getuigen bij alle mensen […] Want de vogels bezongen God in hun lied, de wilde dieren riepen Hem aan, de elementen vreesden Hem, de bergen weergalmden voor Hem, de rivieren en bronnen knipoogden naar Hem, het gras en de bloemen lachten Hem toe.”5 De invloedrijke protestantse theoloog Karl Barth distantieerde zich van elke verbondenheid tussen God en de natuur. Sommige predikanten die opgeleid zijn in zijn theologie, doen dat nog steeds. Zij staan argwanend ten opzichte van ecotheologie.
Ecofeministische theologie
Het gaat in groene theologie dus niet alleen om ethiek, ook om wereldbeeld. De meest fundamentele vragen worden daarbij gesteld door ecofeministisch theologen. Veel ecologische theologie is feministische theologie. Dat is verklaarbaar om twee redenen. Vrouwen, met name arme vrouwen, zijn de grootste menselijke slachtoffers van de ecologische crisis, stelde de VN al jaren geleden vast. En vrouwen en de aarde zijn vaak samen gediscrimineerd. Als God voorgesteld wordt als een mannelijke heerser in de hemel tegenover de aarde, klinkt daarin mee dat mannelijke en het geestelijke hoger gewaardeerd worden dan het vrouwelijke en het aardse. Je komt het nog in heel wat kerkliederen tegen, met als dieptepunt: “De aardse moederschoot, dat is de diepte van de dood” in lied 350 van het Liedboek 2013. In mijn boek onderzoek ik wat een aantal ecofeministische theologen uit verschillende werelddelen en christelijke tradities kunnen bijdragen aan een ecotheologie in de Nederlandse context. Ze verbinden ecologie en economie en ze hebben een inclusief godsbeeld. Ik noem er nu twee.
Ivone Gebara is een bevrijdingstheologe uit Brazilië. Zij heeft ons iets te vertellen over armoede. De bevrijdingstheologie in Latijns-Amerika heeft lange tijd geen oog gehad voor de niet-menselijke wereld. Ivone Gebara ontdekte juist door haar betrokkenheid bij arme vrouwen in de sloppenwijk waar ze woonde, hoe belangrijk ecologische kwesties zijn. Veel armen die naar de steden getrokken zijn, deden dat omdat ze niet meer konden leven van de grond waar ze woonden, omdat ze verdreven waren van hun grond door mijnbouw, houtkap of grootschalige landbouw en bodemerosie. Ze vegen de straten schoon in de betere wijken, als ze al werk hebben en niet helemaal afgeschreven zijn door een economisch systeem dat van mensen net zo genadeloos gebruik maakt als van de niet-menselijke natuur.
De laatste theoloog die ik in mijn boek aan het woord laat is Elisabeth Theokritoff. Zij is Grieks-orthodox, komt dus uit een traditie die niet zo met de moderniteit meegegaan is als de westerse. Vanuit haar traditie geeft ze inspiratie voor een manier van leven in Gods schepping die gematigdheid combineert met feestelijkheid. Ascese, vasten, is een christelijke praktijk die we nu meer dan ooit kunnen gebruiken. Minder consumeren is immers broodnodig en we moeten afkicken van ons consumentisme. De combinatie van ascese met liturgie, met vieren, houdt de vreugde erin en houdt de hoop levend.
Doeners en denkers verenigen
Sinds Groene theologie verschenen is, ben ik al op veel plaatsen geweest voor lezingen en kerkdiensten. Ik word gevraagd door werkgroepen ‘Groene kerk’, door predikanten en pastores. Van veel collega predikanten hoor ik dat het boek een eyeopener voor hen was. Zo schijft Piet van Die: “Ik ken natuurlijk de Bijbelgedeelten waarin sprake is van Gods relatie met de rest van de schepping. Maar doordat Van Montfoort alles op een rijtje zet, valt pas op dat dit geen marginaal thema in de Bijbel is. Ze doet dit ook nog eens op een inspirerende wijze. Ik weet zeker dat dit effect zal hebben op mijn tekstkeuze en manier van preken.” Op een interreligieuze bijeenkomst in Den Haag besloten de aanwezige leden van een cantorij om Psalm 104 in te gaan studeren, de psalm met de grootste biodiversiteit. Er volgen vaak initiatieven op de kennismaking met groene theologie. Soms is een lezing het startsein voor een gemeente om zich aan te gaan sluiten bij de groene-kerkenbeweging, soms is het een stimulans om het ecologische perspectief vanuit de marge in het hart van de kerkgemeenschap te brengen. Het boek wordt gelezen in evangelische organisaties en in vrijzinnige gemeentes en ook door groepen katholieke pastores. Op mijn website www.VanMontfoortCommunicatie.nl heb ik een gesprekshandleiding gezet. Ecologie is een actueel thema dat kerkgrenzen overstijgt en doeners en denkers kan verenigen.6
1 https://frieschdagblad.nl/2019/3/23/groene-theologie-leven-in-verbonden-heid-met-plant-en-dier
2 https://www.nachtvandetheologie.nl/
3 Encycliek Laudato Si’ van paus Franciscus. Over de zorg voor het gemeenschappelijke huis in de serie Kerkelijke Documentatie, 2015 / nummer 2
4 Brink, Gijsbert van den, Als een schoon boec. Achtergrond en relevantie van artikel 2 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, oratie 2007 (www.openaccess.leidenuniv.nl/ handle/1887/12625)
5 Herman J. Selderhuis (red.) Calvijn Verzameld deel I, Kok Boekencentrum Uitgevers: Utrecht 2019 p. 6-7 (oorspr. 1535)
6 Een goede webportal voor informatie rond ecotheologie, kerk en duurzaamheid is kerkenmilieu.nl
Trees van Montfoort
Drs. Trees van Montfoort is theoloog, onderzoeker en communicatieadviseur. Ze studeerde katholieke en protestantse theologie, is predikant van de PKN en werkte onder meer als radioprogramma-maker bij KRO en HUMAN.
0 reacties