Professor Herman Paul heeft na 7,5 jaar studeren in en werken aan het Groningse secularisatieproject (door middel van een bijzondere leerstoel) deze periode afgesloten met een essay ‘Shoppen in Advent’. Het is een heel helder betoog geworden en het leest heel goed. Je merkt de grote belezenheid van deze hoogleraar, maar ook de input van vele ervaringen en observaties, opgedaan tijdens lezingen in het land en in het gewone leven van mensen en gewoon buiten in de winkelstraat.
Dit essay is een mooi voorbeeld van hoe theologie zich kan verhouden tot andere wetenschappelijke disciplines (zoals sociologie, economie, antropologie, psychologie en historische wetenschappen), hoe een meerstemmige doordenking verrijkend en helpend is. Net zoals in een orkest: harmonie, dissonanten, spanningen. Je leert veel van het goed luisteren en uitluisteren van de stemmen. De stemmen doen er toe. En het geheel is meer dan de enkele stemmen. Met dit voorbeeld van meerstemmigheid kan de praktische theologie zijn winst doen. Elk hoofdstuk is systematisch opgebouwd. Na verkenning van stemmen uit de wetenschappelijke discipline wordt afgesloten met een besluit. De schrijver vat het voor de lezer helder samen. In het laatste hoofdstuk (7) komen we tot de uitvoering van het concert: alle stemmen krijgen een plek en worden verwerkt. Het slotakkoord daagt uit tot verder denken.
Betreffende de inhoud kan ik weergeven wat Paul aan het begin van hoofdstuk 6 (de theologische stem) schrijft. De bouwstenen uit de hoofdstukken 1 tot en met 5 worden hier naast elkaar gelegd. Zo worden de contouren van een theorie van secularisatie zichtbaar. Hij schrijft: “Secularisatie is geen onafwendbaar historisch proces, maar een ‘historische optie’(…), die ondanks tegenkrachten in de kerk en elders (…) door velen werd en wordt verwelkomd. Secularisatie kan plaatsvinden op macroniveau, in de samenleving als geheel, maar ook op microniveau, in de levens van gewone mensen (…).” In individuele mensenlevens “bestaat secularisatie vaak niet uit bewuste distantiering van een ‘oude’ religie, maar uit toe-eigening van een ‘nieuwe religie’, die tot (onbedoeld) gevolg heeft dat de ‘oude’ godsdienstige praxis verwatert (…). Nieuwe religies als consumentisme (bedoeld wordt het economische consumentisme en niet het komen naar een kerk om te consumeren), mogelijk gemaakt door welvaart en vrije tijd (…), houden mensen nieuwe ‘zelven’ voor (…). De aantrekkingskracht van deze nieuwe zelven berust op levensstijlen die appelleren aan verlangens (…). Ze reiken mensen een taal aan waarin ze kunnen laten zien wie zij zijn en hoe zij zich verhouden tot anderen(…).”
Wat mij uit deze meerstemmigheid bijgebleven is?
Ik stip kort enkele zaken aan:
- We wisten al dat secularisatie een containerbegrip is. Vaak spreken we er abstract over in termen van ‘rationalisering’ en ‘individualisering’ (p. 138). Maar se-cularisatie speelt zich concreet in levens van mensen af (in werken, eten, zorgen en reizen), in het leven van parochianen en gemeenteleden, in het leven van mezelf.
- Een belangrijke ‘grondtoon’ in secularisatie is het consumentisme. We kopen ons welbevinden, we kopen plekken van heil (denk aan vakanties). God is hier echt niet bij nodig. God is hooguit een We-genwacht, een EHBO of een teddybeer (p. 110). We shoppen (het eerste woord in de titel) en sprokkelen ons leven en ons heil bij elkaar (bricolage).
- We zijn vergeten wat de betekenis van Advent is. We beseffen niet dat we in een tussentijd leven: tussen komst van Christus en Zijn wederkomst. De tussentijd wordt verabsoluteerd, is eindstation geworden. Een oase is niet hetzelfde als het thuisland. Ons leven hier en nu is een project geworden, waarin gestreefd wordt naar de hoogste scores. We worden gestimuleerd om alles eruit te halen wat erin zit. De verlan-gens van ons hart zijn gericht op het hier en nu: ‘I want it’ en ‘I want it now’ (p. 116).
- Ik vind het opnieuw bijzonder dat we in onze tijd, in een tijd van secularisatie zoveel kunnen leren van Augustinus. De schrijver geeft veel voorbeelden daarvan.
- Hoe de kerk in adventsverwachting kan oefenen (p. 126)? Of is het onbegonnen werk, is de ‘slag om het hart’ (p. 124) verloren? Op de vraag ‘how to do?’ is geen simpel antwoord te geven. Maar er zijn wel de-seculariserende krachten aan te wijzen: de liturgie, het samen zingen, voorbeeldfiguren en heiligenlevens (die identificatie mogelijk maken).
- De kerk wordt uitgedaagd het verlangen naar God (adventsverlangen) te voeden met alle middelen die de kerk daarvoor ontvangen heeft. De kerk moet alleen oppassen in de valkuil te stappen van het bevredigen van behoeften van de consumenten. Parochianen / gemeenteleden zijn participanten (maakte Jan Hendriks in het verleden duidelijk) en de kerk is geen supermarkt (p. 77 en 78).
- Er ligt een uitdaging, vooral voor de orthodox protestantse kerken om zich te richten op het hart van gemeenteleden. In deze kerken worden veel woorden gesproken om te komen tot verandering van het hart. Maar het risico is dat het te cognitief is en blijft. De ‘taal van het hart’ zal beoefend moeten worden, zodat het verlangen naar God (Advent) aangewakkerd en beleefd wordt. Hier liggen dan uitdagingen voor een doordenking over de liturgie. Ik vermoed dat een gesprek tussen Schaeffer (zie boekbespreking van ‘Kerk om te vieren’) en Paul hierin helpend kan zijn.
- Het zal duidelijk zijn dat ik dit boek van harte aanbeveel om te lezen en te benutten als studie- en bezinningsstof in het kerkelijk opbouwwerk!
Herman Paul, Shoppen in advent. Een kleine theorie van secularisatie, 2020, KokBoekencentrum Uitgevers, Utrecht, 142 pag, ISBN 978 90 435 3298 3 – € 13,99.

Nico Belo
Hoofdredacteur bij Werkverband Kerkelijke Opbouwwerk.
0 reacties